Dag 13: heerlijk stil en tot rust komen op de Mongoolse steppe

18 april 2016 - Terelj National Park, Mongolië

Maandag 18 april: vannacht om een uur of vier, vijf wakker geworden van de kou. Een slaapzak met dikke deken was toch niet genoeg. Rond vijf uur komt de beheerder, stopt er nieuwe steenkool en houtjes in en steekt opnieuw ons vuurtje aan met de gasbrander. Al snel is het weer heerlijk behaaglijk in onze ger! Om kwart over 8 gaat ons wekkertje en om 9 uur schuiven we aan de tafel en we vreesden voor paardenmelkpap maar we worden verrast met een echt continental breakfast: donker brood met gebakken ei, tomaat, kaas en komkommer. En wit brood met (kweepeer?) jam. Wat heerlijk! Terwijl wij eten gaat de dame van het gerkamp alvast aan de lunch beginnen; met een vlijmscherp mes snijdt ze wortel, ui, courgette, bataat en nog meer lekkers in reepjes. We gaan naar onze tent en zitten op het randje ervoor in het zonnetje. Het is echt warmer dan gisteren, zeker uit de wind. Het gras zie je met het uur groener worden. Ik die een poging een stuk van het uitzicht op de bergen en de gertent van de beheerders na te tekenen. Hij komt even later met zijn dochtertje langs en blijft er wel een minuut naar staan kijken! Later staan we op en gaan een heerlijke hike maken rondom eennbergtop. Een lieve herdershond loopt ern heel stuk met ons mee. De rotsen zijn indrukwekkend en lijken soms wel door een grote reus op elkaar gestapeld. 
We lopen terug naar het kamp, sprokkelen nog wat hout mee en lopen dwars door een kudde yaks. Intussen komt er een busje aangereden, waarin de vier toeristen zitten die ook in ons kamp zullen verblijven. We maken kennis met twee Deense jongens en een man en vrouw uit Nederland die ook via Tiara hier zijn. Zij gaan allen hierna nog een paar weken door, onder meer naar Australië. 
Om half 2 gaan we samen lunchen. De gids en chauffeur blijven nu ook, vanmiddag gaan we met z'n allen op excursie. Erg prettig dat we nu weer kunnen communiceren, ook met de Mongoolse mensen. Als ik mijn jas uittrek zie ik een beest zitten aan de binnenkant, jawel: een teek! Ik zet hem maar gauw buiten maar we zijn nu dubbel gewaarschuwd, het is nu het seizoen en het stikt er hier van. We hebben een heerlijke lunch: groentensoep en gevulde deegtasjes. Na de lunch vertrekken we met het busje voor de excursie. We rijden een stuk verder het park in en komen na een afslag bij de Turtle Rock. Deze enorme steenhoop heeft echt de vorm van een schildpad (als heilig dier staat het hier voor ouderdom). We stappen uit en klimmen onze gids achterna als echte berggeiten. Een groep Koreaanse toeristen komen net teruggeklommen en een paar willen heel graag met ons op de foto. We klimmen door en komen na flink wat geklauter achter het hoofd van de schildpad. Er ligt een steen met daarop heel veel geldbriefjes en muntjes. We gaan nog een klein stukje verder, door een heel nauwe rotsspleet heen (Frank vergelijkt het met een bevalling, een soort rebirthing) en hebben nu vanuit de nek van de schildpad een prachtig uitzicht. De gids vertelt over de legende van twee koningen die steeds wilde uittesten wie de sterkste was. Op een bepaald moment is er eentje gevlucht nadat hij zijn vrouw had vermoord, met een heleboel schatten. Die zou hij verstopt hebben in zo'n rots. Maar tot nu toe heeft nog niemand in Mongolië een schat kunnen terugvinden..
We klimmen weer terug en dalen af naar de auto. Verderop zien we onze volgende bestemming, het buddhistisch klooster, al tegen de berg aangeplakt. Dit klooster was er al langer maar is in 1996 opnieuw opgebouwd. 
Het blijkt een erg leuke route om naar de tempel omhoog te lopen. Eerst staan er tientallen borden langs het pas omhoog, met op elk een buddhistische spreuk. We komen bij een klein tempeltje met in het midden een grote gebedsrol. Het idee is dat je eerst de spreuk "Om mani padme hum" zeg en daarna de rol met de klok mee laat draaien. Als de rol stopt dan geeft de wijzer bovenin een getal aan, zoals bij een rad van fortuin. In het pad verderop vind je bij jouw corresponderende nummer de tekst waarop jij kan mediteren. Ontzettend leuk om te doen! Nog iets verder is een stapel stenen met een afbeelding van Buddha en eromheen zijn gebedsvlaggetjes gespannen. Een stukje naar beneden komen we bij een wankele touwbrug over een droge maar diepe rivierbedding. Aan het eind van het pad zien we een uitleg van de enorme kleurrijke rotsschildering hogerop, de grootste in Mongolië. Ook daarop staat "Om mani padme hum". Dit dient iedereen die hier komt 108 keer te zeggen. De trap die uiteindelijk naar de tempel leidt is ook indrukwekkend met 108 witte treden. Bovenaan staat een monnik die ons duidt dat we overschoenen moeten aantrekken voor we naar binnen mogen. Het is aan de buitenkant maar zeker ook binnen prachtig. Aan de buitenmuren hangen grote schilderingen van de 16 opvolgers van de grote buddha die hier vereerd wordt (de gele monnikskappen). Middenachter staat in goud de vereerde buddha, er omheen verschillende andere buddhistische goden. Het is de bedoeling om met de klok mee te lopen richting het beeld. Wat is dit prachtig met zoveel verschillende felle kleuren. Als we buiten komen lopen we rechtsom de tempel heen, waar 108 gebedsrollen hangen. Die geven we allemaal een zwieper, zodat de woorden 3 miljoen keer bij de buddha aankomen. Nog iets omhoog gaat een pad naar en soort grot met een versteende heilige, ook nog 3 schilderijen en afbeeldingen van de voetzolen van Buddha. 
We gaan weer terug naar de tempel en bewonderen het gekleurde houtwerk rondom het dak. Ook het gietijzeren hekwerk bevat allerlei buddhistische afbeeldingen maar ook de symbolen van Mongolië: een vlam, de zon, de maan en daaronder symbolen voor onder meer muren (om beesten buiten te houden) en vissen die nooit slapen en altijd blijven kijken. Dat symbool voor vissen is hetzelfde dat wij kennen als yin yang!
We lopen nu terug naar beneden en zien nog een plaats waar allerlei bekertjes staan. Bij feesten en begrafenissen worden 108 kaarsjes gebrand, voor de overledene om te zorgen dat deze omhoog naar de hemel gaat. We lopen weer terug en rijden over het hobbelpad terug. Langs de weg zien we ineens een geit met een pasgeboren lammetje staan! De chauffeur stopt en loopt naar het lammetje toe die hij vasthoudt. Ik ga er ook heen en het lammetje gaat tussen mijn benen staan voor beschutting, alsof ik zijn mamageit ben haha! Het vachtje is nog vochtig en hij staat heel instabiel op zijn pootjes. Als hij gaat blaten klinkt het heel hoog en ik hoor echt een "mama". Terug bij het gerkamp spreken we met de chauffeur af dat we morgen om half 11 worden opgehaald. We gaan nog even in het zonnetje voor onze tent zitten met een biertje en een nootje. Bijna Campinglife maar dan toch net even anders. Om kwart voor 7 wordt onze kachel nog eens goed opgestookt en gaan we even later naar de keuken voor het avondeten. Mongoolse salade en als hoofdgerecht dumplings en wortelsalade. Thee met koekjes erna en we zijn weer helemaal blij. Van onze gids krijgen we nog een uitleg over het leven in een ger. Zo zijn de deuren altijd op het zuiden gericht en is er binnen ook een vaste indeling; vrouwen slapen rechts en mannen rechts. De kachel en keuken is in het midden. Je mag nooit op een drempel staan, dat staat gelijk aan staan op het hoofd van de heer des huizes. Een standaard ger heeft 5 muurdelen (die van ons is iets kleiner en heeft er maar 4, en ze gaan soms tot 20). Het dakdoek is alleen gesloten als de ger niet bewoond is of wanneer iemand is overleden. Het regent hier niet vaak en het dikke vilt houdt veel buiten. Moderne gers worden tegenwoordig wel afgedekt met plastic. Wij gaan met z'n tweeën nog een wandeling maken naar een berg in het zuidwesten. We komen onder meer een schedel van een koe of yak tegen, waar ik voor Conny een grote kies uit haal. Op de terugweg halen we weer wat sprokkelhout dat we aan de beheerder geven. Onze gids komt nog even in onze ger langs en geeft de treintickets van Jinang naar Datong en van Datong naar Beijing. De tickets van Ulaanbaatar naar Jining krijgen we over een paar dagen van de chauffeur. We praten nog wat, en ik vraag haar wat dingen op te schrijven in het Mongools. Ook gebruikt ze het oude Mongoolse verticale schrift dat Djengis Khan gebruikte. Ik maak nog een tekening van een olifant voor Dashka, de zoon van 3. De gids vertelde dat het haar van kinderen niet wordt geknipt voor ze een jaar of 4, 5 zijn. Wij dachten dat het echt een meisje was met haar mooie vlechtje! Vroeger hadden alle mannen hier ook allemaal lang haar en vlechten, Djengis Khan ook. We gaan ons klaarmaken om te gaan slapen m, terwijl het al erg warm is in de ger. Om een iur of elf komt de beheerder het vuur nog een keer opporren en stijgt de temperatuur tot boven de 45 graden. Pff we liggen in een echte Mongoolse sauna te puffen. Tegen 2 uur wordt het eindelijk wat koeler en rond een uur of half vier is het weer koud geworden. Het is toch een pittig leven hier voor verwende stadsmensen uit het westen!

Foto’s

2 Reacties

  1. Odette:
    19 april 2016
    Wow!! Wat een reis en een ervaring!
    Echt zo mooi geschreven. Super Meet!
  2. Gerbert:
    20 april 2016
    hebben de spaanse bende hier. weinig tijd om te reageren, maar wat een fantastische verhalen! Wij willen ook wel in zo'n ger!! volgende week gaan we een paar dagen naar Friesland; wat simpeler maar ook erg leuk, denken wij.