Dag 12: eerste dag van onze ontdekkingsreis door Mongolië

17 april 2016 - Ulaanbaatar, Mongolië

Zondag 17 april: Om 6 uur gaat de wekker maar de oorspronkelijke aankomsttijd van 6:45 uur in Ulaanbaator halen we zeker niet. De zon komt op en we zien huisjes en gertenten. Het valt ons vooral op dat het onderhoud aan wegen en huizen en hekwerken er keurig uitziet. Heel anders dan de laatste honderden kilometers in Rusland, waar ze vooral het onderhoud lijken te doen dat op het programma staat en niet zozeer datgene wat het meest noodzakelijk is. Volgens ons handboek is Mongolië een stuk rijker, met onder meer koper- en goudmijnen. Bizar dat in dit land, zo groot als heel West-Europa, amper 3 miljoen inwoners wonen. De helft daarvan woont in de hoofdstad. Ulaanbaator is de koudste hoofdstad ter wereld, we zijn benieuwd wat we daarvan gaan merken!
Langzaamaan komen we in de voorstad van Ulaanbaator, met fabrieken en woonwijken waar huisjes en gertenten elkaar afwisselen. 
We waren gewaarschuwd dat het een grote drukte zou zijn op het perron met kans op zakkenrollers maar dat valt heel erg mee. We zien vrijwel direct een jongedame met een papier met onze namen erop. We stoppen even bij de oude stoomlocomotief voor een foto en lopen dan mee naar de auto. We gaan voor een hot shower even naar het hotel waar we over 2 dagen zullen overnachten. Onderweg pinnen we 150.000 Mongoolse Tugrik tegen een koers van 2278 voor €1 (dus zo'n €65). We krijgen een half uur om te douchen maar ook willen we meteen een kleine selectie van onze kleren en spullen maken wat we naar het nationale park meenemen, de koffers kunnen we dan in het hotel laten staan. We nemen een heerlijk warme douche en pakken onze spullen. Beneden staan onze gids en de chauffeur op ons te wachten. Onderweg vertelt de gids in goed Engels maar met een hele aparte uitspraak over de geschiedenis, cultuur, religie en mensen van Mongolië. Zelf is ze al in India en Parijs geweest, Amsterdam, Breda en zelfs Prinsenbeek! Op uitnodiging van Addie, de eigenaar van Tiara die ook het reisbureau hier in Ulaanbaator heeft. We zien mooie plekken in de stad waar we over 2 dagen met de gids langs zullen gaan. De stad is een grappige mengelmoes van hoge flatgebouwen, moderne kantoorflats en kleine huisjes. Hoe verder we de stad uit rijden hoe meer we ook gertenten zien staan. We rijden 45km naar het oosten, onderweg een korte stop bij een supermarktje voor wat snacks. Dan komen we bij het gigantische roestvrijstalen monument van Djengis Khan. 40 meter hoog en glimmend in de zon straalt hij een trots en  moed uit waar je niet omheen kunt. Heel indrukwekkend, we worden er een beetje stil van. We gaan naar binnen en nemen een liftje naar "het kruis van Djengis Khan" zoals ons handbook vermeldt. We lopen nog wat trapjes op en staan ineens buiten op de kop van het paard. Als we ons omdraaien vallen we bijna om... We kijken recht naar Djengis gezicht, borst en armen! Ongelooflijk indrukwekkend wat een kracht dit beeld van een krijgsheer die bijna een millennium geleden (in 1179?) geboren is, uitstraalt. Zijn blik is gericht op het oosten, naar de plek waar hij geboren zou zijn. Het beeld is nog maar 8 jaar oud, opgericht door een zakenman die een visioen had over dit beeld van hun grote held. Een schot in de roos want het is een echte toeristenhotspot. Het beeld staat op 36 pilaren, symbolisch voor de 36 koningen of "Khans" die er in totaal zijn geweest. Beneden mogen we ons verkleden in prachtige traditionele kleding in een gertent en bij de grootste schoen ter wereld (Guiness Book of Records). Zwaar onder de indruk rijden we even later verder op weg naar het Terelj National Park, waarvoor de gids entree betaalt voor we door kunnen rijden. Na een paar kilometer verlaten we de geasfalteerde weg en hobbelen we verder over een soort karrespoor. Uiteindelijk stoppen we bij wat ons gerkamp blijkt. Een man, vrouw en dochtertje van 3 verwelkomen ons. Helaas spreken ze geen woord buitenlands dus het is erg behelpen; wij hebben onderweg maar 2 woorden Mongools geleerd: hallo = shèmènà en dankjewel iets van ba-ierthlà. Onze gids vertrekt weer en belooft morgen rond de lunch terug te komen met nog 4 toeristen, zij zal dan ook hier blijven overnachten. Vandaag zitten we als enigen in het tentenkamp. We krijgen nog net te horen dat onze lunch om 13 uur is en het avondeten om 19 uur. In een opwelling besluiten we dat we straks wel willen paardrijden, dat zal na de lunch zijn. We betreden onze ronde gertent door het erg lage deurtje (amper anderhalve meter hoog) en zien langs de randen 3 bedden met dikke dekens en nachtkastjes staan. Het is er verrassend warm, in het midden staat een ijzeren kacheltje met een pijp naar buiten. Deze zal door de gastheer bijgevuld blijven worden, ook 's nachts dus daar hoeven we ons niet druk om te maken. Er is zelfs stroom in de tent en er hangt een spaarlamp. We zetten onze spullen weg en gaan een rondje lopen om de omgeving te verkennen. Wat een prachtige en ruige natuur. Grillige bergtoppen en nog wat wegtrekkende sneeuwplekken. Hier en daar wat tentenkampen (allemaal toeristisch) en een paar houten huisjes van locals die vaak wat vee hebben. Op de bijna groene weiden lopen paarden en koeien te grazen. Na een uurtje komen we terug en gaan we eerst naar de wc: een houten hokje met een diep gat in de grond en een paar planken erop. Primitief maar effectief zullen we maar denken. Dat wordt nog wat als ik er vannacht bij -7 uit zou moeten... 
We schuiven aan voor de warme lunch aan de chef's table in de keuken; omdat we de enigen zijn hoeven ze zo niet de eetzaal open te doen. De vrouw des huizes heeft een zalige soep gemaakt met rode biet, wortel en paprika. Als hoofdgerecht drie flinke gevulde gebakken broodjes en wortelsalade. Pfoe dat zijn behoorlijke porties! Na een kop thee maken we ons klaar voor de paardenrit. Frank heeft een grotere bruine merrie en ik een kleinere witte. De beheerder loopt met de leidsels voorop en de paardjes volgen heel lief. We zullen het morgen wel voelen in onze rug en liezen! Onderweg zien we een adelaar in de lucht cirkelen en yaks die lekker loom liggen te herkauwen. Na een 5 kwartier zijn we weer terug van ons avontuur en gaan we in onze ger even uitrusten, waar een thermoskan gekookt water is weggezet om thee van te maken. Na een kwartiertje vallen we allebei in slaap. Een heerlijk middagdutje in deze rustgevende en frisse omgeving! Na een uurtje worden we wakker van de beheerder en zijn schattige dochtertje in haar Chinese donkergroene jurk, ze komen onze kachel bijvullen. We kleden ons aan en gaan een stevige wandeling maken de berg op naar een grote rotspartij. Dat blijkt nog een hele klim! Onderweg zien we wollige paarden en koeien en eennpaar boompjes en mooie paarse bloemetjes. We verbazen ons wel een beetje over de lege flessen en het plastic dat hier wordt achtergelaten. We hadden een plastic tas mee te nemen en bij het afdalen vullen we de tas met de rotzooi die we tegenkomen. Ik besluit ook wat sprokkelhout mee te nemen voor de houtvoorraad. 
We zijn precies op tijd terug voor het avondeten, een heerlijke aardappel-rodebietensalade en een soort stroganoff met rijst en koolsalade. Heerlijk, dat gaat er wel in na zulke inspanningen! We drinken nog meer thee en gaan weer naar onze ger. We lezen wat en nemen een Mongools biertje. Als de beheerder met zijn dochtertje komt om flink wat hout en steenkool in de kachel te stoppen, geef ik het meisje een delftblauw molentje. Om half elf ga ik nog een keer plassen en laten we ons betoveren door de gigantische sterrenhemel... We worden er stil van! Als we ons installeren (vrouwen slapen aan de rechterkant en mannen links, niemand weet waarom maar zo is de traditie) en we doen het lixht uit, straalt de maan onze ger in, precies op mijn kussen. De kachel knispert zacht. Wat een land. Weltruste!

Foto’s